De Rotjeknorretjes en de stroom uitval

Peter kwam opgetogen de woonruimte binnen. Er waren die dag mensen in de dakruimte geweest en die hadden erg mooie zwarte touwen opgehangen. Althans Peter dacht dat het touwen waren. Ze waren wat gladder dan het touw wat ze zeld gebruikten.

Peter had de laatste tijd met Hans plannen gemaakt voor een feestje. Dit keer wilden ze een slingerfeestje geven. En deze touwen konden ze daar goed voor gebruiken. Ze zaten heel goed vast, sommige met rare pinnen in de muur en andere verdwenen gewoon in de muur. Ze sneden een aantal van die touwen die ze gevonden hadden op de grond in stukken en knoopten die aan de touwen die er al opgehangen waren. Ze waren precies hoog genoeg om er aan te slingeren. Ze maakten diverse slingers. Bij de een moest je aan je armen hangen, bij de ander moest je op een knoop staan en bij sommige hadden ze plankjes tussen twee touwen gehangen zodat je kon zitten. Na weken voorbereiden waren Peter en Hans best trots op hun werk, dit zou een leuk feestje worden.

Marcel, Truus en Nel waren de eerste die boven kwamen en begonnen direct te slingeren en te schommelen. Er ontstond een heuse wedstrijd wie het beste kon schommelen. Clara en Kees kwamen ook snel, want het klonk wel heel erg gezellig. Het werd een dolle boel en soms hingen ze met z’n tweeën of drieën tegelijk aan de touwen. Ze hadden reuze plezier. Er was zelfs vuurwerk, op de plekken waar ze de touwen hadden opgeknoopt zag je de glinsterende zilveren delen van de touwe elkaar raken en dat gaf mooie vonken. Peter was heel blij dar het feestje zo geslaagd was. Maar merkte ook dat de stemming wel heel erg jolig werd en ze begonnen aan de touwen te trekken.

Plots was we een harde knal en wel heel veel vonken. Het werd plots heel donker en de Rotjeknorretjes werden bang. Ze hoorden zware voetstappen op de trappen. Snel schoten ze hun schuilplaatsen in. Wat er nu precies gebeurd was wisten ze niet. Maar dat die touwen er mee te maken hadden vermoeden ze wel.