Het huis met de trappen 2

Na een aantal jaren werd er aangebeld. Dit gebeurde eigenlijk heel zelden, want de laatste jaren was ik steeds meer op mezelf terug getrokken.

De kamer diep onder het huis, was goed geluiddicht, maar ik was altijd bang dat iemand de mensen beneden zou horen! Zolang ik er niet bij was, zaten ze vastgeketend aan hun bed! meestal had ik maar één iemand beneden, maar het kwam wel eens uit dat er meerdere tegelijk beneden verbleven. Dit koste altijd wat meer concentratie, want als ik ze te veel gaf, gingen ze te snel achter elkaar, er moest precies 4 maanden tussen zitten. De schaduw-wereld accepteerde ze alleen maar om de 4 maanden.

Door het kijkgaatje zag ik een jonge vrouw staan. Ze deed me aan iemand denken, maar ik kon niet goed thuis brengen aan wie. Eerst controleerde ik of de deur in de muur goed dicht was en daarna deed ik open. De jonge vrouw stelde zich direct voor: “Hallo, ik ben Josie, mag ik binnen komen” Voor ik het door had stond ze al in mijn gang, en liep ze de trap op. Overrompeld liep ik achter haar aan, en bood haar   een zit plaats aan. Ze wilde niks drinken.
“ik weet wat je hier in dit huis doet” begon ze. Ik stamelde: “sorry mevrouw, maar ik snap niet goed wat u bedoeld. Ik woon hier”
“Mij maakt u niks wijs. Ik weet van de kamer, en ik weet van de tuin. Wist u dat er nog een geheime gang is. Deze loopt van buiten naar de tuin”
Hier wist ik niet op te reageren. Het liefst had ik deze vrouw direct weer buiten gezet, maar dan, ze wist iets. Ik kon me niet voorstellen hoe ze deze informatie wist. Ik moest haar binnen houden. Ze zou niet meer naar buiten mogen. Maar de kans dat ze een drankje van me aan zou nemen was erg klein. Misschien zou ik het in eten kunnen stoppen. Ze verwacht dat ik haar drinken ga geven. Maar ik heb nog nooit eten gegeven. Alsof ze mijn gedachten kon lezen, stond ze op en liep naar het raam.

“voor het geval je me wil drogeren, kan ik je vast waarschuwen, ik ga niks van je aannemen. Ik ben hier niet om lid te worden van de schaduw-wereld) Als je goed kijkt zul je me herkennen. Je hebt een fout begaan. Ga maar naar beneden, en bekijk de stenen goed.”

Ik moest wel naar beneden, iets in me zei dat ik niet tegen deze vrouw in moest gaan. Ze bezat veel krachten. Ik ging de dagelijkse gang naar beneden.
de sleutel lag zoals gebruikelijk in het bovenste laatje van de keuken! Zodra ik de deur open deed kwam het gekreun van de man en vrouw die ik beneden had vast geketend me tegemoet. Ik liep naar de eerste rij stenen, en direct zag ik het. Mijn hart werd koud, ijs koud. Ik was een week te laat. Dit was me nog niet overkomen, kwam dat omdat ik voor het eerst een echtpaar beneden had? De deur in de kamer boven me viel met een klap dicht. Ik draaide me geschrokken om en daar stond de oude vrouw Josephine. Dat kon niet, ze was overleden. Ik heb haar taken overgenomen. Ik sloot m’n ogen. Ze is vast weg als ik mijn ogen weer open, maar de vrouw stond er nog steeds. Ze had dezelfde glimlach op haar gezicht als de laatste dag dat ik haar zag. Toen besefte ik op wie die jonge vrouw leek. Josie was Josephine. Dit kon niet, hoewel de schaduw-wereld zijn eigen regels had!
Josephine had een horloge in haar hand! Maar het was geen normaal horloge, er zaten meer knopjes aan, dan normaal.

“wat ik je al zei, je hebt een fout gemaakt. Je bent te laat! De schaduw-wereld accepteert dat niet. Een van onze voorgangers heeft dit horloge gemaakt. Mocht er ooit iemand komen die zich niet aan de afspraak zou houden.”
Ik kreeg een vermoeden van wat dat horloge kon. Het zou de tijd beïnvloeden als er aan de knoppen gedraaid werd. Ik draaide me om naar Josephine. Haar glimlach was verdwenen, en ze had een glas in haar handen. Pas toen besefte ik het echt. Ik was de gene voor wie de volgende steen gemaakt zou worden. Ze zou de tijd terug draaien en zorgen dat ik tot de schaduw-wereld zou toetreden.
“Je snapt gelukkig nog wel hoe het werkt, neem plaats!”
Ze schoof een stoel toe. Ik besloot om niet tegen te stribbelen, de schaduw-wereld stond achter Josephine. Het had geen zin, ik had een fout gemaakt en dit was mijn einde. Eigenlijk werd ik nog beloond. Nu mocht ik toe treden tot de schaduw-wereld.

Josephine bekeek het horloge. Een van de knopjes draaide ze naar links, de wereld om me heen begon te draaien, steeds sneller en sneller. Plots stopte het en ze liet me het horloge zien. We waren een week terug in de tijd gegaan. Ook Josephine was veranderd, ze was weer de jonge vrouw Josie.
Ik bereide me voor om het glas leeg te drinken, Josie kwam naar me toe lopen, maar liep langs me heen en gaf de beker aan de vrouw op het bed.
Deze dronk de beker leeg en ik zag het tafereel wat ik zelf altijd deed. De vrouw trad toe. Josie besloeg een steen en die werd in een nieuwe rij gelegd. Na het afleggen van het hele ritueel, keerde ze zich naar mij toe, met een boosaardige glimlach.
“Dacht je nu echt dat je zou mogen toetreden tot de schaduw-wereld? Nee, nee, nee. De wereld die jij gaat betreden is heel anders.”
Ik wist niet over welke wereld ze het had. Ik was alleen bekend met de schaduw-wereld. Josie stond bij de tafel een nieuw drankje te bereiden.
“de wereld waar  jij nu naar toe gaat, is een schimmige wereld. Je zult niet herinnerd worden, drink dit nu op, bereid je voor op de vergetelheid”
Ik nam het drankje tot me, en voelde me verdwijnen, langzaam gleed ik de vergetelheid in en ik zou nooit meer terugkeren.

Het huis met de trappen

Ik had het huis gekocht van een oude dame. Ze moest het huis uit omdat ze geen trappen meer kon lopen, en dat moest je wel kunnen in dit huis. Alleen al om binnen te komen was er een klein trapje.

Direct bij binnenkomst, was er rechts een kleine kamer waar een bankje en een tafel stond. Merkwaardig genoeg was er hier geen raam. Naast die kamer was er een steile trap naar boven die je in de woonkamer bracht. Dit was een ruime kamer. Via de woonkamer had je toegang tot de keuken. Die was erg knus. Aan het einde van de woonkamer was nog een trap naar boven, op deze verdieping waren 4 kamers. 1 van die kamers bleek een volgende trap naar boven te zijn. Via deze trap kwam je op de zolder uit.  In het midden was een smalle trap die naar de vide ging, deze vide was omringd met glas, en van hier uit keek je uit over de stad. Magisch, zeker als het een heldere nacht was. Er stond een klein bed, waarschijnlijk heeft die oude vrouw hier veel tijd doorgebracht met het uitkijken over de stad en het kijken naar de sterren. Deze plek zou voor mij ook zeer dierbaar worden.

De dag van de verhuizing was eindelijk aangebroken, met veel hulp van vrienden en familie hadden we het huis opgeknapt. Alle muren geverfd en vloeren gepoetst en in de lak gezet. De kamer direct naast de voordeur werd gemeden door mijn vrienden, ze voelde zich er niet prettig. Waarschijnlijk omdat er geen ramen inzitten, als het mogelijk is gaan die er wel komen. Dit kamertje was dus echt mijn project. Ik heb de meubeltjes opgeknapt, de stoeltjes opnieuw bekleed en de tafel in de lak gezet. Aan de muren heb ik niks gedaan, dit zien er zo koninklijk uit. Er zitten grote lijsten op de muur, met daar binnenin stof gespannen. De lijsten hebben allemaal een gouden versiering.

Nadat alle meubels hun plaats hadden gekregen, vertrokken mijn familie en vrienden weer. Ik bleef alleen achter in dit grote huis.Ik besloot om de eerste avond in het huis te vieren, en heb uitgebreid gekookt. Ook liet ik me de wijn goed smaken. Nadat ik alles opgeruimd had, besloot ik naar de vide te gaan en te genieten van het uitzicht. Ik lag op het bed, en hoorde stemmen beneden. Hadden mijn vrienden de deur niet goed dicht gedaan, of waren ze terug gekomen? Met bonzend hart kroop ik de trap af. In de slaapkamers hoorde ik niks. Het geluid leek van beneden te komen. Ook in de woonkamer was niks. Er was een harde klap en daarna stilte. De klap kwam bij de voordeur vandaan. Zou die dan toch open gestaan hebben? Voor de zekerheid liep ik naar beneden om de deur te controleren en direct op slot te draaien. Plots waren daar die stemmen weer, ze kwamen uit het kleine kamertje. Angstig draaide ik me om, maar de kamer was leeg. Binnen was niemand. Maar ik hoorde stemmen, ze leken wel uit de muren te komen. Ik werd naar binnen getrokken en betaste de muren. De muur gaf een stukje mee. ‘Nee, dat kon niet, dit moest ik me verbeeld hebben, de angst maakte me gek.’ Om zeker te zijn dat ik het me inbeeldde drukte ik nogmaals tegen de muur. Hij gaf echt mee. Ik gooide mijn hele gewicht er tegen aan, en hij klapte open. Er kwam een muffe, zurige lucht me tegemoet.

Het was er aarde donker en ik besloot om een zaklantaarn te gaan halen. In het schijnsel van mijn licht zag ik dat het een kleine ruimte was, met achterin een gat in de vloer. Voorzichtig liep ik de ruimte in, en zag dat in het gat een trap naar beneden was. Mijn nieuwsgierigheid kon ik niet bedwingen en ik klom naar beneden. De ruimte hier was een stuk groter, ik kon het einde niet zien. Recht tegen over me stond een tafel met een bankje. Deze zagen er het zelfde uit als in het kamertje hierboven. Er stonden diverse kaarsen standaards met kaarsen. Ook vond ik een doosje lucifers, en stak alle kaarsen aan. Nu kon ik het hele vertrek zien, en het leek wel een klein huis. Er was een klein keukentje, er stond een bed, en een toilet met wastafel. Naast het keukentje was er een deur, deze zat op slot. De sleutel vond ik in een laatje van het keukentje. Achter de deur was direct een trap naar beneden. Er kwam een weeïge lucht naar buiten. En ik deinsde achteruit. Bang voor wat ik aan zou treffen, ging ik toch naar beneden.

Ook hier was weer een grote ruimte. Er lagen grote tegels op de vloer. Na nadere inspectie bleken dit grafstenen te zijn. Er liep een koude rilling over mijn rug, want het waren geen eeuwenoude stenen. Op één steen stond een datum van 4 maanden geleden. De inscriptie leek er met de hand ingeslagen te zijn. Ik liep langzaam door het vertrek en bekeek elke steen. De sterfdatums lagen allemaal vlak bij elkaar en ze liepen af. 8 maanden geleden, 12 maanden, 16 maanden, 20 enzovoort. Het waren er heel veel, de ruimte was ook immens groot. Ik kon de achterwand niet zien. Na de 4de rij stenen bekeken te hebben, zag ik bedden staan. Alle bedden waren voorzien van touwen. Naast elk bed stond een kast. In de kasten stonden flesjes met allemaal onbekende namen, maar het rook heel vreemd. Verderop was er een tafel waarop allerlei kruiden lagen, en attributen om die te vermalen. Het leek wel een ouderwetse apothekers tafel, met allemaal flesjes, pilletjes en dergelijke. Ik begon een duister vermoeden te krijgen wat hier gebeurd zou moeten zijn.

Helemaal achter in de ruimte was nog een deur. Deze was vanaf binnen vergrendeld met stevige balken. Na deze verwijderd te hebben, was hier wederom een trap, deze keer leidde die naar boven. Het was een lange steile trap, maar in de verte kon ik licht onderscheiden. Langzaam beklom ik de trap en ik kwam uit in de achtertuin van het huis. Deze tuin had ik al wel gezien maar nog niet gevonden hoe ik er moest komen. Het leek op een luchtplaats, met z’n hoge muren. De tuin leek ook op een heuvel te liggen, want geen enkel huis in de omgeving kwam er boven uit. Er was ook geen deur te vinden. Ik keek op en zag de serre op de vide. Zou dit de wachttoren van die oude dame geweest zijn, zodra ze haar ‘gevangenen’ los liet, kon ze ze veilig in de gaten houden. Om terug in de woning te komen, moest ik via die donkere kamers. Dit deed ik zo vlug mogelijk, maar zorgde wel dat ik alles weer op slot deed. Alleen deze keer nam ik het sleuteltje mee en liet het niet achter in de keukenla. Terug in de woning, besloot ik om die oude vrouw op te gaan zoeken. Ze had me haar nieuwe adres gegeven.

Dit was een klein half uurtje fietsen. De woning van de vrouw zag er lief en klein uit. Ik parkeerde mijn fiets tegen het tuinhek, en liep naar de voordeur. Deze stond op een kier. Na aanbellen duwde ik hem open. Het was donker, maar achter in de gang was er licht. Ik liep er naar toe en zag een bank met de rugleuning naar me toe staan. Ik liep hier om heen, en daar lag de oude vrouw. Ze had een glimlach op haar gezicht en een briefje in haar handen. Ik las mijn naam, en nam het briefje.

Beste Isabel,

Ik neem aan dat je, zodra je deze brief leest achter het geheim van mij en mijn woning bent gekomen.
Toen je mijn woning voor het eerst bezocht wist ik dat je de ware was. En ik zou het huis alleen aan jou verkopen.
Ik heb de hoop en ook de zekerheid dat je mijn werk voort zal zetten.
Nodig de juiste mensen in je huis uit. Laat ze de kamer met de kaarsen zien, geef ze te drinken en ze zullen je volgen. Je zult ze 4 maanden verzorgen en laten drinken van ons drinken. Na 4 maanden zullen ze toetreden in het rijk der schaduwen. Maak een gedenksteen en leg die in de ruimte neer. Je zult merken dat de ruimte altijd groot genoeg is. 
Zorg dat er nooit meer dan 4 maanden tussen zit. Doorbreek het patroon van de schaduwwereld niet!

Ik vertrouw op je

Josephine

Na het lezen van de brief nam een duistere kracht me over. En ik wist wat mijn levenswerk zou worden. Het rijk der schaduwen moet gevoed en ik ben de volgende die dit werk mag uitvoeren.
Onderweg naar huis, vond ik de juiste persoon, ze ging met me mee, want ze was zeer geïnteresseerd in die speciale kaarsen kamer.
Na 1 drankje was ze gewillig en voerde ik mijn eerste taak uit!
Dit werk zou ik blijven doen, totdat ik net als Josephine een opvolgster zou moeten zoeken.