Het huis met de trappen

Ik had het huis gekocht van een oude dame. Ze moest het huis uit omdat ze geen trappen meer kon lopen, en dat moest je wel kunnen in dit huis. Alleen al om binnen te komen was er een klein trapje.

Direct bij binnenkomst, was er rechts een kleine kamer waar een bankje en een tafel stond. Merkwaardig genoeg was er hier geen raam. Naast die kamer was er een steile trap naar boven die je in de woonkamer bracht. Dit was een ruime kamer. Via de woonkamer had je toegang tot de keuken. Die was erg knus. Aan het einde van de woonkamer was nog een trap naar boven, op deze verdieping waren 4 kamers. 1 van die kamers bleek een volgende trap naar boven te zijn. Via deze trap kwam je op de zolder uit.  In het midden was een smalle trap die naar de vide ging, deze vide was omringd met glas, en van hier uit keek je uit over de stad. Magisch, zeker als het een heldere nacht was. Er stond een klein bed, waarschijnlijk heeft die oude vrouw hier veel tijd doorgebracht met het uitkijken over de stad en het kijken naar de sterren. Deze plek zou voor mij ook zeer dierbaar worden.

De dag van de verhuizing was eindelijk aangebroken, met veel hulp van vrienden en familie hadden we het huis opgeknapt. Alle muren geverfd en vloeren gepoetst en in de lak gezet. De kamer direct naast de voordeur werd gemeden door mijn vrienden, ze voelde zich er niet prettig. Waarschijnlijk omdat er geen ramen inzitten, als het mogelijk is gaan die er wel komen. Dit kamertje was dus echt mijn project. Ik heb de meubeltjes opgeknapt, de stoeltjes opnieuw bekleed en de tafel in de lak gezet. Aan de muren heb ik niks gedaan, dit zien er zo koninklijk uit. Er zitten grote lijsten op de muur, met daar binnenin stof gespannen. De lijsten hebben allemaal een gouden versiering.

Nadat alle meubels hun plaats hadden gekregen, vertrokken mijn familie en vrienden weer. Ik bleef alleen achter in dit grote huis.Ik besloot om de eerste avond in het huis te vieren, en heb uitgebreid gekookt. Ook liet ik me de wijn goed smaken. Nadat ik alles opgeruimd had, besloot ik naar de vide te gaan en te genieten van het uitzicht. Ik lag op het bed, en hoorde stemmen beneden. Hadden mijn vrienden de deur niet goed dicht gedaan, of waren ze terug gekomen? Met bonzend hart kroop ik de trap af. In de slaapkamers hoorde ik niks. Het geluid leek van beneden te komen. Ook in de woonkamer was niks. Er was een harde klap en daarna stilte. De klap kwam bij de voordeur vandaan. Zou die dan toch open gestaan hebben? Voor de zekerheid liep ik naar beneden om de deur te controleren en direct op slot te draaien. Plots waren daar die stemmen weer, ze kwamen uit het kleine kamertje. Angstig draaide ik me om, maar de kamer was leeg. Binnen was niemand. Maar ik hoorde stemmen, ze leken wel uit de muren te komen. Ik werd naar binnen getrokken en betaste de muren. De muur gaf een stukje mee. ‘Nee, dat kon niet, dit moest ik me verbeeld hebben, de angst maakte me gek.’ Om zeker te zijn dat ik het me inbeeldde drukte ik nogmaals tegen de muur. Hij gaf echt mee. Ik gooide mijn hele gewicht er tegen aan, en hij klapte open. Er kwam een muffe, zurige lucht me tegemoet.

Het was er aarde donker en ik besloot om een zaklantaarn te gaan halen. In het schijnsel van mijn licht zag ik dat het een kleine ruimte was, met achterin een gat in de vloer. Voorzichtig liep ik de ruimte in, en zag dat in het gat een trap naar beneden was. Mijn nieuwsgierigheid kon ik niet bedwingen en ik klom naar beneden. De ruimte hier was een stuk groter, ik kon het einde niet zien. Recht tegen over me stond een tafel met een bankje. Deze zagen er het zelfde uit als in het kamertje hierboven. Er stonden diverse kaarsen standaards met kaarsen. Ook vond ik een doosje lucifers, en stak alle kaarsen aan. Nu kon ik het hele vertrek zien, en het leek wel een klein huis. Er was een klein keukentje, er stond een bed, en een toilet met wastafel. Naast het keukentje was er een deur, deze zat op slot. De sleutel vond ik in een laatje van het keukentje. Achter de deur was direct een trap naar beneden. Er kwam een weeïge lucht naar buiten. En ik deinsde achteruit. Bang voor wat ik aan zou treffen, ging ik toch naar beneden.

Ook hier was weer een grote ruimte. Er lagen grote tegels op de vloer. Na nadere inspectie bleken dit grafstenen te zijn. Er liep een koude rilling over mijn rug, want het waren geen eeuwenoude stenen. Op één steen stond een datum van 4 maanden geleden. De inscriptie leek er met de hand ingeslagen te zijn. Ik liep langzaam door het vertrek en bekeek elke steen. De sterfdatums lagen allemaal vlak bij elkaar en ze liepen af. 8 maanden geleden, 12 maanden, 16 maanden, 20 enzovoort. Het waren er heel veel, de ruimte was ook immens groot. Ik kon de achterwand niet zien. Na de 4de rij stenen bekeken te hebben, zag ik bedden staan. Alle bedden waren voorzien van touwen. Naast elk bed stond een kast. In de kasten stonden flesjes met allemaal onbekende namen, maar het rook heel vreemd. Verderop was er een tafel waarop allerlei kruiden lagen, en attributen om die te vermalen. Het leek wel een ouderwetse apothekers tafel, met allemaal flesjes, pilletjes en dergelijke. Ik begon een duister vermoeden te krijgen wat hier gebeurd zou moeten zijn.

Helemaal achter in de ruimte was nog een deur. Deze was vanaf binnen vergrendeld met stevige balken. Na deze verwijderd te hebben, was hier wederom een trap, deze keer leidde die naar boven. Het was een lange steile trap, maar in de verte kon ik licht onderscheiden. Langzaam beklom ik de trap en ik kwam uit in de achtertuin van het huis. Deze tuin had ik al wel gezien maar nog niet gevonden hoe ik er moest komen. Het leek op een luchtplaats, met z’n hoge muren. De tuin leek ook op een heuvel te liggen, want geen enkel huis in de omgeving kwam er boven uit. Er was ook geen deur te vinden. Ik keek op en zag de serre op de vide. Zou dit de wachttoren van die oude dame geweest zijn, zodra ze haar ‘gevangenen’ los liet, kon ze ze veilig in de gaten houden. Om terug in de woning te komen, moest ik via die donkere kamers. Dit deed ik zo vlug mogelijk, maar zorgde wel dat ik alles weer op slot deed. Alleen deze keer nam ik het sleuteltje mee en liet het niet achter in de keukenla. Terug in de woning, besloot ik om die oude vrouw op te gaan zoeken. Ze had me haar nieuwe adres gegeven.

Dit was een klein half uurtje fietsen. De woning van de vrouw zag er lief en klein uit. Ik parkeerde mijn fiets tegen het tuinhek, en liep naar de voordeur. Deze stond op een kier. Na aanbellen duwde ik hem open. Het was donker, maar achter in de gang was er licht. Ik liep er naar toe en zag een bank met de rugleuning naar me toe staan. Ik liep hier om heen, en daar lag de oude vrouw. Ze had een glimlach op haar gezicht en een briefje in haar handen. Ik las mijn naam, en nam het briefje.

Beste Isabel,

Ik neem aan dat je, zodra je deze brief leest achter het geheim van mij en mijn woning bent gekomen.
Toen je mijn woning voor het eerst bezocht wist ik dat je de ware was. En ik zou het huis alleen aan jou verkopen.
Ik heb de hoop en ook de zekerheid dat je mijn werk voort zal zetten.
Nodig de juiste mensen in je huis uit. Laat ze de kamer met de kaarsen zien, geef ze te drinken en ze zullen je volgen. Je zult ze 4 maanden verzorgen en laten drinken van ons drinken. Na 4 maanden zullen ze toetreden in het rijk der schaduwen. Maak een gedenksteen en leg die in de ruimte neer. Je zult merken dat de ruimte altijd groot genoeg is. 
Zorg dat er nooit meer dan 4 maanden tussen zit. Doorbreek het patroon van de schaduwwereld niet!

Ik vertrouw op je

Josephine

Na het lezen van de brief nam een duistere kracht me over. En ik wist wat mijn levenswerk zou worden. Het rijk der schaduwen moet gevoed en ik ben de volgende die dit werk mag uitvoeren.
Onderweg naar huis, vond ik de juiste persoon, ze ging met me mee, want ze was zeer geïnteresseerd in die speciale kaarsen kamer.
Na 1 drankje was ze gewillig en voerde ik mijn eerste taak uit!
Dit werk zou ik blijven doen, totdat ik net als Josephine een opvolgster zou moeten zoeken.

Plaats een reactie